Jonas verliest zijn bestevriendin, dit zijn de gebeurtenissen na de trauma |
De lente was eindelijk in zicht na de winter die zo traag voorbij ging dat het stilaan begon te lijken alsof de tijd stilstond. Maar eindelijk was de lente dan toch inzicht. Jonas rijdt met zijn fiets naar het huis waar enkele maanden geleden zijn beste vriendin nog woonde, nu leek het een eeuwigheid geleden dat de zon nog had geschenen in hem. Lilly was een van de weinige lichtpuntjes in zijn leven. Zijn ouders werden bezorgder met de dag, elke dag zakte hij dieper in de put en elke dag verdwenen zijn herinneringen van haar steeds verder in zijn onderbewustzijn. Elke dag was een strijd om te overleven en elke dag voelde hij zich meer schuldig over haar dood, Lilly was dood... Elke keer als hij daar aan dacht stierf een klein deeltje van zijn hart af en galmde het woord 'dood' door zijn hoofd tot het zo luid werd dat hij moest overgeven. Haar ouders waren er nog erger aan toe dan Jonas. In zijn gedachten verzonken kwam hij aan bij het huis dat zoveel herinneringen ophaalde dat het bijna misselijkmakend werd, hij nam diep adem zoals zijn therapeut had gezegd. Zijn therapeut had gezegd dat het tijd was om voort te gaan met zijn leven, hij leefde tenminste nog. Hij wilde alleen niet meer leven hij wou alles behalve leven. De deur van het huis waar Lilly woont- woonde opent en haar moeder komt richting Jonas die verstijft blijft staan. Lilly's moeder blijft in het midden van haar oprijlaan staan en kijkt naar Jonas met een diepe pijn in haar ogen die onbeschrijfelijk groot is. Jonas voelt een grote brok verdriet zijn keel en borstkas overnemen en slikt om de brok naar beneden de drukken maar het lukt niet het verdriet is te groot. Lilly's moeder gebaart met haar hand het lijkt op een afwijzend hand gebaar en dat is het ook Jonas verzamelt zijn moed draait zich om en fiets terug weg. De wonde van Lilly's dood is nog te vers en diep. Langs de kant van de weg staan allemaal bomen in een nette rij met hier en daar al wat bloesem die als confetti de dorre bladeren vervangen. Het fietspad is verlicht met gedimde led-lampen omdat een irritante buur enkele jaren geleden geklaagd had dat het licht hem ervan weerhield om te slapen. Als Jonas thuis komt zijn de gordijnen al dicht getrokken. Langzaam wandelt hij met zijn fiets in de hand achterom het huis, het moment uitstellende dat hij zich moet onderwerpen aan zijn moeder's kruisverhoor dat ze uit liefde of overbezorgdheid iedere avond naar hem toewerpt. In de keuken zit zijn moeder met een glazige blik en haar handen rond een lauwe kop koffie, Jonas kijkt zijn moeder met een bezorgde blik aan. Sinds de desbetreffende dag die alles veranderde is zijn moeder in een sluimerslaap beland. Zijn moeder schrikt op. De glazige blik wordt even verplaatst met een blik van opluchting dat haar zoon nog leeft en wordt tenslotte weer glazig. Jonas weet dat zijn moeder wil dat hij zegt hoe hij zich voelt maar op dit moment is hij even helemaal klaar met zijn moeder's bezorgdheid, toch dwingt hij zichzelf om voor haar te gaan staan en zegt: 'Vandaag voelde ik me redelijk, ik ben naar haar huis gegaan maar mocht nog niet binnen wat te begrijpen is.' Zijn moeder knikte iets of wat tevreden met zijn antwoord waarom wist hij niet maar als zijn moeder iets of wat tevreden was dan was hij dat ook. Niet wetende wat hij nog zou kunnen zeggen draait Jonas zich om op zijn hielen wat een piepend geluid door de keuken stuurt een beetje geschrokken van het plotse schrille geluid kijkt zijn moeder hem aan, sussend kijkt Jonas naar zijn moeder en wandelt dan muisstil naar zijn kamer waar hij zijn schoenen uittrapt en op zijn bed valt. Vermoeid kijkt hij naar zijn wekker die naast hem op zijn nachtkastje staat. 19:37u. Een koude rilling gaat over zijn rug, een tweetal weken geleden zou hij drie minuten geleden aan zijn voetbal trainning beginnen maar als hij daar nu aan dacht leek het wel kinderachtig. Alles leek wel kinderachtig nu Lilly er niet meer was. Een vloed van verdriet overstelpt Jonas plots uit het niets in zijn bed, als een gewond dier ligt hij daar snikkend. Rivieren stromen uit zijn ogen.Verstikt probeert hij stiller te sterven van verdriet maar het is al te laat zijn vader staat in zijn deurgat met een blik vol pijn en liefde die wanhopig proberen een einde te brengen aan het leiden van zijn zoon. Zijn vader neemt Jonas op zijn schoot alsof hij een klein kind is, het brengt hem een beetje tot rust,zijn vader begint sussende geluiden te maken tot Jonas eindelijk kan wegdommelen na lang te vechten tegen de slaap zoals hij elke nacht doet en elke nacht weer verliest hij, hij wilt niet slapen want in zijn ijlende dromen van verlangen ziet hij Lilly en elke keer is ze net buiten bereik of ziet hij de dood van zijn beste vriendin voorbij flitsen als een film die versnelt is zonder geluid,het beeld zegt genoeg. Lilly sterft op de gruwelijkste manier en Jonas bekijkt iedere nacht het beeld van allemaal verschillende perspectieven alsof hij een vlieg is. Altijd net te laat als hij nu eens gewoon had gesprongen naar haar broekspijp had gegrepen of harder haar naam had geschreeuwd of beter had opgelet toen ze tegen hem sprak over haar gevoelens in plaats van er grappen over te maken. Een bittere traan dwingt zich uit zijn oog en rolt over zijn kaak naar zijn nek, een zachtte huivering schiet over zijn ruggengraat. In de vroege uurtjes van de dag ligt Jonas in de douche onder de gloeiend hete stralen, het is best rustgevend het gevoel van de warme stralen die over heel zijn rug beuken hard genoeg om rustgevend te zijn maar niet te hard om storend te zijn. Zijn ochtend douches zijn de enige momenten waar hij even niet aan haar denkt diep vanbinnen voelt hij zich daar schuldig over alsof hij Lilly onrecht aandoet als hij niet altijd aan haar denkt of haar probeert te voelen, Lilly was een erg spiritueel persoon altijd als ze het hadden over dood gaan wat een dagelijks onderwerp was, zij ze: 'Jonas als ik dood ben moet je proberen me toe te staan bij je okof me op te minst herinneren ik wil niet vergeten worden.' Elke keer als ze dit tegen me vertelde kreeg ze een glazige blik in haar ogen een blik die hij dagelijks miste die er voor zorgde dat hij zich een vreemde in zijn eigen huid voelde alsof zijn hele leven verkeerd was niets voelde dan goed zijn kleding voelde vijf keer zwaarder zijn haar begon zijn schedel te irriteren, zijn geest vocht tegen zijn hele wezen en zijn wezen tegen zijn geest elke vezel van zijn lichaam leek niet van hem en hij moest er uit. Maar hoe geraak je uit je eigen huid als heel de wereld fout voelt zonder iemand? Diepe scheuten pijn schieten door zijn borstkas en verzamelen zich allemaal samen in een drukpunt ter hoogte van zijn hart. Zijn moeder komt met slaapogen de badkamer binnen gestrompeld, een beetje geschrokken kijkt ze naar haar zoon die ik de douche ligt met een knal rode rug, zachtjes schokkend ligt haar zoon daar. Haar hart breekt, het gebeurt opnieuw en het is veel erger als de laatste keer,zo veel erger. Snel grist ze een handdoek van het schap opent de douchedeur draait de kraan dicht gooit de handdoek over haar hoopje zoon en tilt hem op. Hij lijkt het niet eens te merken,snel roept ze haar man die halsoverkop de slaapkamer uit komt lopen met zijn bril scheef op zijn neus. Als Jonas wakker wordt in een bed met stijve witte dekens over hem en een fel licht dat een zoemend geluid maakt boven zijn hoofd, als hij probeert recht te komen wordt hij tegengehouden door handboeien. Niet de soort die de politie gebruiken maar de soort die ze gebruiken om mensen in een gekkenhuis aan hun bed te houden, woede schiet omhoog Jonas begint hevig te spartelen tegen de handboeien ook al weet hij dat het absoluut geen zin heeft omdat ze hem waarschijnlijk gewoon een of ander kalmeringsmiddel zullen geven zoals de laatste keer. Maar op dit moment kan het hem niets schelen laat ze me maar plat spuiten met dat spul,voor zijn part gebruiken ze het allemaal op. Maar hem krijgen ze niet kalm. Na nog geen minuut is hij zo uitgeput dat hij met veel haat voor zijn fysieke gezondheid hijgend zijn hoofd op het kussen neer legt, hier stopt hij niet,zo snel krijgen ze hem niet klein. Jonas maakt een beslissing waar hij een beetje verbaast van is maar nu mag hij er niet te veel aan denken,ze mogen niets verdenken en deze mensen hier zijn gieren voor problemen. Ze doen allemaal wel lief en denken dat ze iemand met problemen echt kunnen helpen en ze zeggen steeds:' Ik begrijp hoe je je voelt'. Wel dat doen ze dus niet ze hebben nog nooit meegemaakt wat hij heeft meegemaakt en met hun perfecte leventjes zullen ze dat waarschijnlijk ook nooit doen. Na wat een eeuwigheid lijkt voor Jonas maar waarschijnlijk in werkelijkheid niet zo lang komt er dan eindelijk een verpleegster binnen op het eerste zicht ziet ze er uit net zo als al de andere verpleegsters en dokters maar iets aan haar vertelt een ander verhaal. Een bepaald gevoel dat alleen Lilly hem kon geven het was een onmiddellijk vertrouwen dat je voelde. De verpleegster schenkt een glas water in een kartonnen bekertje geeft het glas samen met een ruw voelend kartonnen potje met twee rode pillen in aan Jonas. 'Gewoon slikken en dan kunnen we allemaal verder met onze dag dankjewel.' Jonas kijkt verbaast naar haar normaal gezien zou de verpleegster zo voorzichtig proberen Jonas zijn pillen te laten slikken dat hij moeite had om ze niet te slaan maar nu,de vrouw die hier nu voor hem stond leek het niet veel te schelen of hij de pillen wel of niet ging slikken maar op de manier waarop ze tegen hem sprak was het duidelijk dat ze hem hoe dan ook die pillen ging laten slikken. Met een smal lachje rond zijn lippen gebonden slikt Jonas de pillen en geeft de kartonnen bekertjes terug aan de verpleegster die hem met een opgetrokken wenkbrauw aan kijkt en dan besluit dat ze er niets met hem te maken wilt hebben en neemt als een professional de kartonnen bekertjes aan van de jongen die daar bleek met bloed doorlopen ogen in zijn bed hangt alsof hij ieder moment met zijn laatste krachten het raam uit zal springen. Jonas is terug alleen in zijn kamer de lampen maken een eentonig zoemend geluid dat rustgevend overkomt nu hij de mysterieuze pillen heeft geslikt. Na een tijdje begint het euforische gevoel normaal te voelen en is er niets speciaals meer aan. In zijn bed voor uit starend naar de muur aan de overkant van zijn volledig witte kamer wacht Jonas af. Uren later komen zijn ouders naar binnen geschuifeld, kijken naar hem naar elkaar en terug naar hem om de redelijk pijnlijke stilte te verbreken zegt Jonas:' Ik voel me best fijn.' Zijn moeder kijkt naar hem van onder haar wenkbrauwen zoals alleen moeders dat kunnen doen als ze doorhebben dat hun kind niet volledig hun kind meer is. Zijn vader kijkt echter opgelucht en heeft niet door dat zijn zoon high in zijn bed zit en hij alleen maar kalm is omdat Jonas eindelijk aan Lilly kan denken zonder er bijna door onderuit te gaan. Nog steeds een beetje onwennig aan het feit dat hun zoon opgewekt is voor het eerst sinds de dag dat een politie wagen met zwaailichten hun zombie zoon had afgezet. Jonas wijst naar een stel stoelen dat in een hoek van de kamer staat en gebaart dat zijn ouders naast hem kunnen komen zitten. Langer dan dat gebaar hebben ze niet nodig om uit hun ijzige omhulsel te barsten hun zoon was terug, hen kon het niet schelen of Jonas nu zo high was dat de lampen leken op frieten hun zoon lag niet op sterven na dood in zijn bed en dat was op dit moment voldoende. Snel neemt de moeder van Jonas zijn hand vast en krult haar vingers in die van hem, zijn vader streelt zijn haar, samen zitten ze daar enkele minuten in absolute stilte te genieten van het feit dat pijn niet door hun bubbel kan prikken. Jonas kijkt met een grijns naar zijn ouders en leunt voldaan naar achter in zijn kussen elke seconde opslorpend van het geweldige moment. Langzaam maar zeker begint er een gevoel naar Jonas toe te kruipen net als een roofvogel die vanuit de schaduw van de wolken begin te dalen. Plots als een blok beton valt het schuldgevoel op Jonas neer,zijn ouders hebben het niet meteen door maar de glinster die tot voor kort nog in zijn ogen scheen is even snel verdwenen als het geld van de overheid. Een stilte valt terug in de kamer en zachtjes begint Jonas te snikken hij is woedend op zichzelf omdat hij zichzelf heeft toegelaten gelukkig te zijn als Lilly er niet was. Langzaam laat zijn moeder licht teleurgesteld haar zoons hand los, ze voelt zich gekwetst omdat ze het donkere gapende gat in haar zoon's hart niet kan vullen met haar omhelzingen. Jonas zijn vader kijkt naar zijn vrouw en neemt haar handen vast boven Jonas die ondertussen vlekken op zijn linnengoed heeft weten te wenen. De verpleegster komt de kamer binnen gewandeld en ziet het tafereel dat zich afspeelt,twee wanhopige ouders die elkaars handen vast hebben boven het snikkende lichaam van hun zoon. Ze rolt de kar binnen en wandelt naar het bed waar ze haar keel schraapt om de ouders uit hun rouwende staat te halen, verschrikt kijken de ouders van Jonas op. Met rode ogen kijkt de moeder van Jonas naar de verpleegster die daar staart zonder enige emoties in haar ogen alsof ze een robot is. De verpleegster verbreekt de lange stilte en zegt:' Meneer Mevrouw voor de gezondheid van u en uw zoon lijkt het mij best dat u de kamer verlaat morgen kunt nog eens terug komen patiten hebben het de eerste uren vaak moeilijk met wennen aan de situatie.' De vader van Jonas knikt en staat op,maar zijn vrouw niet haar handen vallen naast haar zijde,versuft staart ze voor zich uit in de leegte. Haar zoon was nooit terug en zou waarschijnlijk nooit terug komen. Dat gevoel moest ze nog tot zich laten doordringen. Het gevoel dreunt door heel haar lichaam. Bang dat zijn vrouw in duizend stukjes zal breken als hij haar aanraakt kijkt de vader van Jonas hulpeloos toe hoe zijn hele gezin voor zijn ogen uit elkaar begint te vallen. De verpleegster wandelt naar de vrouw die net als een standbeeld aan het bed van haar zoon zit, en probeert haar op een zachte manier overeind te trekken. Langzaam maar zeker staat de vrouw op, de verpleegster kijkt naar de vader van Jonas die toe snelt naar zijn vrouw zodat ze niet inzakt. De verpleegster,meer strompelend dan wandelend verlaat het stel de kamer. Als de deur dicht valt snelt de verpleegster naar het bed waar Jonas nog steeds als een gewond dier aan het wenen is. Niet al te voorzichtig schud de verpleegster Jonas door elkaar. Verschrikt kijkt Jonas naar de verpleegster die zijn lichaam door elkaar schudt. De verpleegster laat Jonas los wandelt naar de kar waar een karaf met water op staat en dezelfde bekertjes van karton die Jonas daarstraks kreeg. Weeral geeft de verpleegster hem een bekertje en een potje met dezelfde pillen in en kijkt onverschillig naar Jonas die met bloeddoorlopen ogen de pillen slikt en dan als teken van rebellie het kartonnen bekertje tegen de muur gooit. Onbewogen raapt de verpleegster het bekertje op, draait de kar om en laat Jonas achter terug alleen in zijn kamer. Het euforische gevoel keert langzaam maar zeker terug maar niet zo sterk als de eerste keer dat hij de pillen had geslikt het is alsof een doffe zaklamp boven zijn hoofd hangt en net buiten de schaduw van de lamp loert de eenzame pijn. Zijn uitzicht op het witte plafond begint steeds waziger te worden, zijn ogen worden zwaarder en dan word alles zwart geen nachtmerries geen ijlende dromen.gewoon zwart. Uren later word Jonas wakker zonder handboeien die zijn polsen rauw hadden gemaakt. Met een zucht zwiert Jonas zijn benen over zijn bed en wandelt naar de muur recht over zijn bed, hij wandelt zo dicht bij de muur dat hij elke kleine imperfectie kan zien, in andere omstandigheden zou een muur maar half zo interessant zijn maar als je niets anders te doen hebt is het een hele belevenis om te kijken naar alle heuveltjes en putjes en met je hand over het ruwe en tegelijkertijd zachte oppervlak te strijken met je vingertoppen. Helemaal in verdachten verzonken en lichtelijk geobsedeerd met de muur staat Jonas de muur te aaien. Voetstappen in de gang doen hem opschrikken uit zijn trance, de onverschillige verpleegster opent zijn deur staat enkele seconden stil in zijn deurgat met haar handen op haar zij net zoals een sce uit een superheldenfilm waar de superheld ten strijde trekt tegen de slechterik, Maar ze is geen superheld misschien voor sommige mensen maar in ieder geval niet voor Jonas. Ongeteresseerd kijkt Jonas terug naar de muur en vind een heuveltje dat lijkt op Frankrijk. De verpleegster schraapt haar keel, Jonas draait zich langzaam om op zijn hielen en kijkt naar zijn verpleegster vanonder zijn wimpers. Rimpels vormen zich op het voorhoofd van de verpleegster, ze is een beetje verbaast haar gezicht probeert ze terug in de plooi te krijgen maar Jonas ziet dat dat voor de eerste vijf minuten niet gaat lukken een glimlach siert zijn gezicht een kleine overwinning zo ziet het eruit voor zijn verpleegster maar vanbinnen in Jonas zijn lijf vuren zijn neuronen door zijn brein zijn hele wezen giert van geluk bijna is het zover bijna is het gedaan... Langzaam trekt de golf van geluk en vreugde terug en laat een zwarte leegte achter net als een storm die gaat liggen waardoor je eindelijk kan zien hoe erg de schade wel niet is, langzaam zakt Jonas door zijn knieen tot op de koude grond de leegte die hij zijn hele ziel voelt verteren is nu zo aanwezig dat het zwarte vlekken voor zijn ogen laat verschijnen. Als eerste instinct wilt hij er tegen vechten maar uiteindelijk geeft hij zich over aan de donkerte ter voorbereiding wat overduidelijk om de hoek geduldig staat te wachten op zijn beurt voor aandacht die het vroeger dan later zal krijgen. De verpleegster kijkt verbaast naar het hoopje zielig mens dat zonet voor haar neus in elkaar zakte, bang dat hij dood is houd ze een hand boven zijn neus en slaakt een zucht van verlichting,eerlijk gezegd dacht ze dat de jongen zich tegen nu al wel van kant zou hebben gemaakt maar volgens de dokters en hun idiote mensenkennis was dat niet meer het geval, maar volgens haar wel en volgens haar had ze nog steeds gelijk. De jongen was flauwgevallen misschien had hij geprobeerd zichzelf een overdosis te geven. Voorzichtig legt ze de jongen op zijn rug en schuift zijn benen omhoog tegen de muur wandelt naar haar kar die ze buiten zijn deur had laten staan schenkt een glas in met water en keert terug naar de jongen zijn kamer.. Ze checkt zijn hartslag en luistert nog eens naar zijn longen hij ademt zwakjes en zijn hartslag is ook niet de beste maar er is er op te minst een. Ze wuift een beetje lucht langs de jongen zijn gezicht dat eruitziet alsof hij vijf jaar in de slechtste omstandigheden heeft geleefd terwijl dit eigenlijk alleen het gevolg was van enkele weken rouwen. De verpleegster zei het vaak tegen de ouders als ze klaagde tegen haar over hun kind: 'Rouwen en pijn lijden volgen je als een tweede schaduw, alleen zijn ze zoveel zwaarder en zijn ze er altijd, ook als het al donker is, ook als je er even niet oplet en zelfs als je doet alsof ze er niet zijn zijn ze er overal altijd, en momenteel is uw kind in de war en gepijnigd door hun tweede schaduw' Een dokter had haar het ooit eens horen zeggen tegen een stel ouders dat er bijna onderdoor zat en had haar achteraf duidelijk gemaakt dat dit een ziekenhuis is een geen bibliotheek waar men kon filosoferen met een pijp in de hand. Gekwetst was ze niet echt maar verbaast wel, uiteindelijk was ze de nare opmerkingen die alleen naar haar werden gesmeten wel gewoon geworden. Ze was niet de enige vrouw, ze was een gewoon mens maar blijkbaar was er iets aan haar waardoor al de dokters en de meerderheid van de verpleegsters haar niet echt fijn vonden, en daar kon ze prima mee leven. Langzaam maar zeker begint Jonas naar boven te drijven uit het zwarte gat waar hij in opgeslokt was eigenlijk wilde hij het volledig omarmen maar iets in hem vertelde hem dat het nog geen tijd was dat hij nog even moest blijven waarom zou hij ook helemaal niet weten maar een keuze had hij niet meer want het felle licht van zijn kamer en het ondertussen vertrouwde gezoem werd steeds feller. Toen hij langzaam zijn ogen opende zag hij een silhouet van een vrouw over hem gebogen zijn eerste gedachte ging naar Lilly maar nader zijn zicht scherper werd zag hij langzaam maar zeker zijn verpleegster boven zijn hoofd verschijnen. Langzaam sleurt ze hem overeind en zet Jonas recht tegen de muur. Jonas kijkt naar zijn verpleegster die hem een glas water in de hand duwt. Even twijfelt Jonas waarom weet hij niet maar toch twijfelt hij misschien aan zichzelf of misschien aan zijn toekomst. Met een lichte zucht neemt Jonas een slok van het glas lauw water en staart naar zijn voeten des te langer hij naar zijn voeten kijkt des te vreemder ze lijken, het waren net vlees stokjes of worstjes of alien tenen hij wist het niet maar een ding was zeker zijn tenen leken niet meer op zijn tenen iets in hem had verandert na het muur staren. Zijn toekomst zag er nog steeds hetzelfde uit maar Jonas had er vrede mee genomen voordien had hij getwijfeld en excuses gemaakt voor zichzelf om nog een paar dagen door te zetten maar elke dag hier was een dag zonder haar en dat was een dag te lang. Kalm staat Jonas op en zegt tegen de verpleegster die naar hem stond te kijken terwijl hij zijn einde aan het plannen was' Wanneer mag ik hier weg ik wil naar huis?' De verpleegster knikt met ogen die zijn gedachten reflecteren en zegt' aan dit tempo jongen gaat dat nog wel even duren'. Jonas dacht al wel dat de verpleegster dat zou zeggen en vraagt:' Wanneer is het volgende bezoek uur ik zou graag mijn ouders spreken' ook nu kijkt de verpleegster naar hem met die blik die alleen mensen je kunnen geven als ze weten dat je iets van plan bent maar je niet gaan tegenhouden omdat het teveel energie kost of omdat het hen gewoon absoluut geen moer kan schelen. Jonas voelt alsof zijn gezicht een spiegel is van zijn gedachten hij moet er op oefenen dat niet te doen als hij zij ouders ziet. De verpleegster wijst naar een lijst naast zijn bed deze avond zijn er bezoekuren schaapachtig vraagt ze :' moet ik je ouders bellen jongen.' Ze weet best dat wat ze ook zal zeggen dat morgen de buitenlucht Jonas zijn longen zal vullen en dat ook een van de laatste dagen zal zijn, maar blijkbaar geeft ze het op waarom kan Jonas niets schelen, hij kan het verdriet niet veel langer over zich heen laten wassen, het is moeilijk om niet kapot te breken in duizend scherven die niemand ooit zal opkuisen. De verpleegster draait zich hoofdschuddend om ze heeft het duidelijk nog niet volledig opgegeven dit ziekenhuis loopt gewoon een paar eeuwen achter haar aan al heeft ze dat zelf misschien niet door, ergens heeft Jonas medelijden met haar maar daar is in zijn hoofd even geen ruimte voor het verdriet en gemis is misselijkmakend hij is er duizelig van. Die avond staan zijn ouders twijfelachtig in een hoek van zijn kamer met de deur half open zijn vader had gemompeld dat hij de deur open liet om te verluchten maar volgens Jonas was het gewoon een vluchtweg moest hij weer overrompeld worden door verdriet. De vader van Jonas zag zijn zoon niet meer maar een leeg geveegde usb stick waar het verkeerde bestand op werd gedownload. Jonas zat op zijn bed in kleermakerszit keek naar zijn moeder en zei:' Kom het bed is lekker zacht'. Hij klopte op een plekje naast hem, eerst twijfelend kwam ze naar hem toe maar toen Jonas lachend zei:' Ik bijt niet hoor' Sprong de knop in zijn moeders hoofd van angst naar hoop, hoop op een zoon hoop naar een betere leven voor haar zoon. Voorzichtig kwam Jonas zijn moeder naast hem zitten uit reflex streelde ze zijn wang. Het voelde goed om een liefdevolle aanraking te krijgen na al die eenzame weken maar binnen in Jonas schreeuwde het beest van verdriet en pijn om zich terug te trekken maar hij kon niet sterker nog hij mocht niet als hij hier ooit buiten wilde, dus beet hij zo hard op de binnenkant van zijn kaak dat zijn bloed zich vermengde met zijn speeksel. Zijn moeder zit naast hem op bed en is te verblind door hoop om te zien dat haar zoon niet naast haar zit maar een vage verschijning van een mens zijn plaats heeft genomen. Uren zit ze daar na een tijd had zijn vader een stoel genomen en die naast het bed gezet, daar zaten ze dan vader mens met verschijnselen van een zoon en een door hoop verblinde moeder net echt dacht Jonas bij zichzelf een wrange glimlach verscheen op zijn gezicht zijn moeder had het niet door maar zijn vader wel steeds bezorgder voor het toneel dat zich voor zijn ogen open vouwde hij keek naar zijn zoon en dan naar zijn vrouw die zoveel aan het woord was dat ze niet doorhad dat haar zoon af en toe enkel knikte of een of ander voorgegaard antwoord gaf zijn zoon was er niet, het was beangstigend het voelde alsof er een ruw touw rond zijn nek werd gesjord het drukte tegen zijn luchtpijp maar als hij aan zijn nek voelde zat er geen touw natuurlijk niet maar toch.. Plots nam het gesprek een wending, Jonas had zijn moeder iets horen zeggen over thuis komen. Jonas pikte in op het gesprek en zoals een echte manipulatieve slang gleden de woorden uit zijn mond:' Mam daarover, ik heb eens liggen nadenken want dat is feitelijk het enige wat ik kon doen' een geforceerd lachje komt uit Jonas zijn mond maar zijn moeder merkt het niet ze hangt aan zijn lippen ze wilt dat haar zoon terug thuis komt. Glimlachend gaat Jonas verder:' Zoals ik dus al zei mam zou ik alstublieft terug naar huis mogen komen ik denk dat ik thuis beter zal kunnen omgaan met mijn verdriet dan in deze witte frigo' Die zin had Jonas bedacht omdat hij wist dat zij moeder het haast overal koud had. Zijn moeder lachte en zei:'Maar natuurlijk schat alles wat je nodig hebt'. Hij keek naar zijn vader tot nu toe ging alles volledig volgens plan maar toen hij zijn vaders ogen zag wist hij dat zijn vader nooit zou toestemmen,nooit in zijn leven zou hij Jonas nu naar huis laten komen hij zou het wel willen. Jonas zijn moeder kijkt indringend naar haar man en zegt:' Jan dit kunnen we nou toch wel doen voor onze zoon niet'. Jan kijkt naar zijn vrouw lacht en knikt wetende dat hij net de dood van zijn zoon onder zijn naam heeft getekend hij voelt het branden op zijn hoofd' zonen moordenaar' staat er in koeien van letters, instinctief wrijft hij even over zijn voorhoofd om te voelen of het er niet staat. Zijn vrouw zucht van opluchting. Jan zucht en zegt:'Ik heb wel een voorwaarde als Jonas hier morgen buiten wandelt moet hij naar een rouwgroep gaan'. Jonas zijn mond valt open, ergens had hij dit wel kunnen verwachten maar toch valt het hem zwaar elke zoveel dagen naar een groep met over sociale mensen te moeten gaan die beginnen met wenen bij het minste omdat ze zogezegd beschadigt zijn door hun verlies terwijl ze wel doodleuk over hun vrienden kunnen praten die enkele weken voor hun neus zelfmoord pleegde echt fijn,en ook is Jonas helemaal niet gelovig. Maar als dat zijn uitweg is kan hij er net mee leven. Voor zijn moeder begint met protesteren zegt Jonas:'Prima, dat is dan geregeld'. Zijn moeder kijkt verbluft en zijn vader nog verbaasder zijn vader had gedacht dat Jonas niet akkoord ging gaan met zijn voorstel maar blijkbaar is wat hij van plan is het waard om een paar keer per week naar de kerk te gaan om te rouwen. Jonas kijkt naar het plafond en glimlacht het ongemak van dit gesprek vloeide van zich af en golven van rust en vrede wassen over hem heen,het einde is nabij een zucht vloeit uit zijn longen op de achtergrond gromt het beest maar daar maakt hij zich voor het eerst even geen zorgen over aangezien hij het een stalen ketting heeft omgegooid even twijfelt hij over zijn toekomstige acties maar niet voor lang zijn besluit staat zo vast als een vastgeroeste schroef. Die nacht is het moeilijk om in slaap te vallen. De volgende morgen word hij al vroeg gewekt door de gordijnen die abrupt worden opengetrokken door Jonas zijn verpleegster. Met een zucht hijst hij zich op tegen zijn kussen de laatste keer hier in deze kamer vandaag voelt alles anders net zoals nieuwjaar wanneer iedereen doet alsof alles nieuw en fragiel is. Een frisse bries streelt zijn gezicht ook al had zijn moeder een sjaal meegebracht toch voelde hij de vochtige lucht door zijn kleren tot op zijn huis door knagen de koud was voor iedereen die Jonas zich naar hun werk zag haasten een verschrikking maar voor Jonas was het het beste gevoel in tijde de koude die zijn botten verkleumde zijn tanden lieten klapperen en zijn knieen lieten knikken hij verwelkomde het allemaal en ritste zijn jas iets losser. Zijn vader stond naast hem met de kraag van zijn jas opgetrokken als bescherming tegen zijn nek. Samen wandelde ze naar de auto als een normaal gezin niemand wilde de bubbel prikken dus deed niemand het. De stille groepsregel bleef ook tijdens de autorit naar huis gelden. De voorbij flitsende bomen afgewisseld met lantaarnpalen waren een fijne afleiding. Uiteindelijk had Jonas zich overgegeven aan de slaap die hem probeerde weg te trekken, hij had niet doorgehad dat hij aan het slapen was. Nu stonden ze daar dan terug voor hun huis, het voelde raar diep binnenin voelde het als thuis maar meer naar buiten vervreemde het gevoel en werd het vervangen door een mist van gevoelens die Jonas niet kon beschrijven. De rest van de dag ging in een vlaag voorbij zijn moeder had besloten dat ze films gingen kijken en aangezien de stille groepsregel nog steeds in de lucht hingen hadden zijn vader en Jonas instemmend gegromt nu zaten ze samen naar 'Never been kissed before' te kijken zijn moeder had duidelijk een film gekozen waar absoluut niets in gebeurde. Jonas vond het prima natuurlijk niet voor dezelfde redenen als zijn ouders nu kon hij rustig nadenken over hoe hij het allemaal voor elkaar ging krijgen, hij vond dat het betekenis moest hebben en een eerbetoon aan Lilly, maar ook niet te overdreven geen brief het zou duidelijk genoeg moeten zijn een brief schrijven zou hem ook niet lukken. Tegen de plot twist had Jonas bedacht dat hij vuur wilde en pillen en drank. Tegen de aftiteling had hij een plaats maar nog geen datum. Die avond hielpen ze allemaal met koken en tijdens het snijden van de rode bieten bedacht Jonas dat hij ook een mes nodig zou hebben, hij wilde er geen spektakel van maken maar het mocht wel iets hebben als laatste daad. Vertwijfeld luistert Jonas zijn eigen hoofd die woorden denken beelden van zijn gebroken moeder over de doodskist van zijn neef flitsen voorbij snel schudde hij zijn hoofd zo kon hij niet denken niet nu. Die avond nadat ze allen samen hadden gegeten ging Jonas naar zijn kamer en plunderende zijn spaarpot, na een poging of drie had hij al zijn geld netjes geteld voldoende geld had hij zeker. hij plofte op zijn bed niet zeker of hij het ging wagen om te slapen uiteindelijk besloot hij dat niet te doen, dus keek Jonas van twaalf uur tot twee uur naar zijn plafond voordat hij toch in slaap sukkelde. Om zes uur 's ochtends schrok hij wakker van zijn vader die op zijn deur bonkte met de boodschap' Om acht uur is het rouwgroep'. Binnensmonds vloekend rolde Jonas uit zijn bed vechtent met de lakens die rond hem gewikkeld waren als een spinnenweb. Om iets over zeven stond Jonas beneden in zijn meest basic outfit die hij kon vinden. Zijn moeder keek naar hem en zei: 'Jongen ik heb eieren voor je gebakken'. Jonas knikte het voelde net als de eerste dag van school alleen nog iets nepper waar iedereen doet alsof ze het spannend vinde voor je en ze blij voor je zijn terwijl je al drie jaar naar dezelfde school gaat. Maar om dit te kunnen doen moest Jonas een tussen streep vinden tussen zijn gebroken zelf en zijn blije alter ego hij kon natuurlijk niet te snel te blij zijn, anders was hij morgen terug in het ziekenhuis. Dus met een smalle glimlach plofte hij op zijn stoel en at driekwart van het ei op. Nadat hij dat gedaan had gaf hij een half compliment aan zijn moeder en ging met zijn vader naar de auto waar ze in stilte naar de kerk reden. Jonas wandelde door de lange hoge gang met glazen ramen die de geboorte en dood van jezus tentoonstelde,enkele jaren geleden waren de ramen nog mooi geweest en boordevol kleur nu waren ze eerder dof met hier en daar een barst in. Een man met een bierbuikje en een sikje verwelkomde Jonas in de gang. De man met het sikje stelde zich voor als Rickie. Na deze begroeting gingen ze aan trap af waar duidelijk de kelder van de kerk was het was er koud en muf en de muren waren gecamoufleerd door rijen stoelen die tot het plafond reikte. Het eerste wat Jonas opviel was een tafel met goedkope bekers en donuts met fruitsap, en een kring met gammele stoelen waar allemaal tieners in stonden met elkaar te praten het was geen feest maar als je iemand moest laten raden wat het was zou het eerste wat gezegd werd zeker niet een rouwgroep zijn. Jonas werd een donut in zijn handen gepropt en door Rickie begeleid naar de groep. Met een diepe bromstem:'Dames heren we gaan beginnen' Ricke kuchte en alle tieners strompelen naar een stoel. Jonas wordt door Rickie vooruit geduwt waardoor hij half struikelend de kring binnen valt er waren twee plaatsen vrij maar door zijn lange twijfel ging Rickie op de stoel zitten links van hem waardoor Jonas naast een meisje moest gaan zitten dat bepaalde trekken had van Lilly zijn adem kwam in horten en stoten uit zijn mond hier was hij niet tegen opgewassen. Met zwetende handen gaat Jonas op het puntje van zijn stoel zitten. Rickie duidt iemand aan die de zogezegde naam Andrea heeft en ze begint te vertellen over hoe enkele weken geleden haar broer zichzelf had opgehangen en over hoe ze zich nu voelt. Andrea stopt met praten en zucht.In koor zegt de groep:'Bedankt om met ons je verhaal te delen Andrea'. Rickie kijkt naar Jonas en knikt. Zijn ogen sperren zich wijd open een prop ontstaat in zijn keel en zijn handen beginnen te glijden van het angstzweet dat hem uitbreekt. Hij had niet gedacht dat hij vandaag als iets zou moeten zeggen over Lilly. Hij kijkt de cirkel rond alle ogen kijken hem verwachtingsvol aan, hier is geen ontkomen aan. Jonas schraapt zijn keel en denkt hoe hij hier iets van maken kan. De waarheid kan hij niet zeggen absoluut niet, een leugen zou uit komen en iets tussenin kan hij zo snel niet bedenken. Opnieuw schraapt Jonas zijn keel en kijkt nogmaals de groep rond de ogen staren nog steeds naar ons en Rickie knikt nogmaals als aanmoediging. Uiteindelijk schraapt hij nog eens zijn keel trekt zijn mond open en sluit hem weer doet nog een poging tot woorden uitbrengen maar het enige geluid dat er uit komt is een zachte zucht lucht dat lijkt op een schril piepgeluid gemaakt door een fluit. Plots alsof een geest bezit neemt van zijn lippen vloeien de woorden over zijn lippen eerst komen ze er schril uit maar dan steeds vlotter Jonas vertelt over Lilly en over hoe ze dood is over hoeveel pijn het doet dat zij er niet meer is over het feit dat hij al twee keer is opgenomen in het ziekenhuis en bijna over zijn toekomst maar dan stokt zijn adem en houd hij dus z'n mond maar. In koor komt het zinnetje dat heel de groep er heeft ingedramt en waarschijnlijk al zo vaak heeft herhaalt dat het niets meer betekent,het zijn enkel woorden die op een bepaalde manier achter elkaar gezet zijn. Enkele andere zielige zielen worden nog aangeduid er wordt een pauze gehouden en donuts worden rondgedeelt na de pauze vertelt Rickie zijn verhaal over hoe zijn hele familie werd uitgemoord voor zijn neus hoe hij maanden nadien zelfmoord poging na zelfmoordpoging had gepleegd en hoe een oude domme priester zijn leven had gered door een tapijt te maken met jezus erop afgebeeld. Nu had hij dat tapijt dat jaren oud was en hier en daar gescheurd was uitgerold in het midden van de cirkel. De ogen van jezus kijken naar Jonas ze staren zijn ziel aan stukken van een het is angstaanjagend, om zijn ziel te beschermen kijkt Jonas zo min mogelijk naar de alziende ogen van de wollen jezus. Buiten de kerk luiden de klokken tien uur het meisje waar hij naast was geforceerd wandelt naar hem toe, haar verhaal is hetzelfde als dat van Jonas alleen verloor zij haar beste vriend. Ze komt tot stilstand bijna recht voor zijn neus haar adem strijkt over zijn gezicht, een zoete honing geur vult zijn neusgaten, haar stem is zijdezacht ze had al gesproken tijdens de rouwgroep ze is bijna een exacte kopie van Lilly maar iets aan haar voelt verkeerd, alsof ze de slechte kant van Lilly is. Ze staat daar te kijken haar hoofd houd ze schuin, haar haar valt naar een kant het golft een beetje. Jonas kijkt naar haar en vraagt zich af wat haar doel is door naar hier te wandelen misschien wilt ze wel met hem spreken of wat dan ook hij wilt het niet. Ze kijkt naar hem en zegt:'Ik ben Lena moest je dat nog niet weten'. Jonas kijkt naar haar,steken komen in golven door zijn hart. Herinneringen aan Lilly die voor hem fietste en toen ze samen aan de vijver zaten. Haar naam haar uiterlijk haar manier van doen het wees allemaal naar Lilly het zorgt voor pijnlijke stoten door zijn hele wezen. Lena keek naar hem haar wenkbrauwen iets naar boven getrokken 'Heb je je pijn gedaan' vroeg ze met haar zijdezachte stem blijkbaar had Jonas zijn gezicht vertrokken van de pijn snel plooit hij zijn gezicht terug en zegt:'Nee ik moest gewoon aan iets denken niks speciaal'. Lena knikt alsof ze akkoord gaat maar in haar ogen kan Jonas zien dat ze wilt aandringen, hij zelf gaat niet uit zichzelf even doodleuk zeggen dat ze lijkt op zijn beste vriendin die hij op de meest afschuwelijke manier heeft zien sterven die hij had kunnen redden maar niet genoeg had geprobeerd. Buiten adem buigt Jonas zich voorover Lena kijkt naar hem een beetje verbaast een groepje mensen staat vanop een afstand te kijken Rickie komt van over de parking toegesneld, hijgend komt hij tot stilstand, als een professional zwaait hij zijn arm rond Jonas zijn arm waardoor Jonas zijn gezicht wordt afgedekt van alle starende gezichten. Rickie begeleidt Jonas terug naar de hal waar hij hem op een stoel dwingt. Jonas kijkt naar Rickie hij ziet echter alleen een waas, zwaar ademend zit hij daar Rickie op hem neer kijkend met een iets of wat vragende blik Rickie neemt een afwachtende houding aan. niet van plan iets te zeggen kijkt Jonas uitdagend naar de waas waarvan hij denkt dat het Rickie's gezicht is. Rickie zucht neemt een stoel en belt Jonas zijn moeder ze hebben een kort gesprek Rickie vertelt haar vaag dat Jonas een beetje later zal komen en dat ze zich absoluut geen zorgen moet maken. Dan wendt hij zich terug tot Jonas en zegt:' En nu jongen ga je me vertellen wat er allemaal aan de hand is'. Jonas kijkt naar de man die al gedetailleerde begint te worden en denkt aan zijn verpleegster. Hij ademt diep in en wilt alles zeggen maar hij doet het niet want als hij dat doet is hij over een half uur terug naar een witte muur aan het staren en deze keer zal hij er niet zo makkelijk buiten geraken dus klapt hij zijn tanden op elkaar en spant zijn kaken samen om geen enkel woord impulsief over zijn lippen te laten glijden. Ricke trekt een wenkbrauw op maar zegt geen woord. Jonas weet maar al te goed dat dit een of andere psychologische truc is, na vier seconde stilte zullen mensen automatisch de stilte willen vullen omdat de druk te groot wordt Jonas gebruikte het ook altijd als Lilly over andere meisje praatte Lilly hield altijd details achte voor Jonas omdat ze dacht dat hij het niet zou begrijpen elke keer weer verbaasde het hem hoeveel die vier seconden stilte hem aan extra informatie opleverde. Toen ze elkaar voor het eerste hadden gezienop schoolkamp had Jonas aan niets anders kunne denken als Lilly's perfecte lach maar na hun relatie vorderde werd duidelijk dat Lilly niet hetzelfde dacht over Jonas als hij over haar maar hij had er sneller als hij had verwacht vrede meegenomen en sinds dat moment waren ze onafscheidelijk. In zijn hoofd flitste zinnen en flarden van Lilly voorbij tot het zich allemaal samen mengt en Jonas ontploft, zijn lippen barstte open en hij begint aan een waterval van,woorden waarvan hij nu al spijt heeft maar hij weet dat hij zijn kaak spieren niet meer op tijd zal kunnen samenspannen. 'Het was zo donker weet je en zo laat, we zaten rond een kampvuur op het dak van het vervallen treinstation je weet wel waar. Lilly had al te veel gedronken en stond te dansen op het dak. Ik probeerde haar te waarschuwen maar toen begon ze heel raar te doen alsof ze bezeten was ik dacht dat het gewoon de alcohol was'. Tranen sprongen in Jonas zijn ogen naar adem snakken ging hij verder:' Plots begon ze te giechelen eerst wist ik niet waarom want ik had niets grappig gezegd ik stak het weeral op de alcohol tot ik ze steeds dichter en dichter naar de rand zag waggelen in de verte kwamen twee trein lichten aan, toen besefte ik dat ze ging springen onder de trein alle keren dat ze daar grappen over had gemaakt flitsen voorbij ik had gewoon mee gelachen en er een schepje bovenop gedaan maar ze had het blijkbaar gemeend ik begon haar het klassieke verhaal te geven dat mensen om haar geven je weet wel'. Snot slierten komen uit Jonas zijn neus gegenereerd veegt hij ze weg met de rug van zijn hand ondertussen vloeien de tranen uit zijn ogen, hij ziet er waarschijnlijk niet uit maar hij moet verder gaan:' Ik had over het vuur moeten springen en haar terug trekken ik had haar vaker moeten vragen hoe het met haar ging ik had haar moeten zeggen dat ik elke dag dankbaar ben dat ze in mijn leven is het op z'n minst moeten zien we waren toch vrienden ?' Die vraag herhaalde hij en enkele keren tot Jonas beelden van Lilly op het treinspoor zag voorbij flitsen in zijn hoofd:' De lichten naderde steeds sneller en Lilly stond nu klaar om te springen ze draaide zich om dronk haar bodempje bier en zei' vaarwel dan Jonas, en tot nooit meer'. Jonas barst nu in tranen uit met horten en stoten probeert hij wanhopig te ademen maar hij kon het niet zijn wil om te leven was op. Lilly's laatste momenten bleven zich herspelen in zijn hoofd braakneigingen teisterde zijn koortsachtige hoofd. Kokhalzend hing hij voor over snot tranen en speeksel mengde zich in een plasje op de vloer tussen Rickie en Jonas:'Toen sprong ze de trein probeerde te stoppen maar het was al te laat toen de trein voorbij was'. Verder kon Jonas niet komen zijn donuts komen naar boven het landt in het plasje speeksel tranen en snot, het ziet er gortig uit maar Jonas kijkt er niet naar Rickie wel hij trok zijn neus op en kijkt naar Jonas die in zijn stoel hangt. Rickie probeert iets te zeggen maar hij heeft niets te zeggen tegen de vodden jongen dat voor hem zit dat handig zou zijn hij vroeg zich echter wel af waarom hij hier nu nog was,dat zei hij natuurlijk niet in plaats daarvan stond hij op wandelde naar de tafel nam enkele servetten legde deze over de smurrie en zei:'Goed gesprek makker'. En klopte hem op de schouder iets anders wist hij niet te doen. Ongelovig keek Jonas naar Rickie hij had zonet zijn hart uitgegoten en het enige dat de vent kon uitbrengen was' goed gesprek makker' Veel te kalm voor zijn doen staat Jonas recht en wandelt de kelder uit onderweg naar de parking ziet hij een wc bordje hij besluit zich eerst wat te fatsoeneren en bij een te rapen. In de badkamer ziet hij zichzelf in de spiegel, hij ziet er bleek uit er restjes snot en overgeefsel hangen overal op zijn gezicht het stinkt verschrikkelijk. Jonas draait de kraan open en plenst wat ijskoud grondwater in zijn gezicht, hij moet zijn gezicht rouw schuren om alle restanten van zijn maag inhoud van zijn gezicht te krijgen maar uiteindelijk ziet hij er alleen nog maar bleek uit, hij was nu zo lang bezig met zijn gezicht schoon te boenen dat hij geen tijd had om verdwaast en boos te zijn maar dat is niet meer nodig hij heeft een datum en die staat om de hoek. Met zijn hoofd hoog geheven van trots wandelt hij de zonovergoten parking op. Hij herkent de wagen van zijn moeder en stapt in. Zijn moedere kijkt naar hem met een vragende blik, Jonas kijkt terug glimlacht geruststellend en draait het geluid van de radio wat harder. Op de radio speelt een of ander 80's nummer van een of andere Tracy Chapman het klinkt als iets dat Lilly geweldig zou vinden. Een beetje onderuit gezakt kijkt Jonas naar de wolken die voorbij flitsen, hij voelt zich onveilig en veilig op hetzelfde moment Hij denkt aan de roadtrip die hij met Lilly had gemaakt jaren geleden, hoe ze over verlaten landwegen hadden gereden sliepen in tenten, een avond tijdens die roadtrip was hem erg bijgebleven ze hadden quasi heel de dag in een gras veld gezeten van zes uur in de ochtend tot een kot in de nacht kijkende naar de wolken en sterren Lilly had hem gesmeekt mee te doen ze wou proberen dezelfde wolk twee keer te zien natuurlijk hadden ze dat niet gedaan maar het gaf hem een machtig gevoel om niets te doen en naar wolken te kijken, Lilly vergeleek het met kansen in het leven Jonas had het zelf nooit gesnapt en vond het gewoon fijn om in dat moment te zijn met haar. Dat gevoel van zout zoete vrijheid kolkte in zijn lichaam, het was het fijnste gevoel in eeuwen en bijna wanhopig klampte hij zich eraan vast om het nooit los te hoeven laten. Abrupt wordt Jonas uit zijn nostalgische harmonie getrokken als zijn moeder de parking opdraait, loom stapt hij de auto uit en slentert zijn moeder achterna het huis binnen, het is er koel een kille rilling glijd over Jonas zijn rug alsof een ijskoude druppel langs zijn ruggengraat naar beneden rolde, verward schudt hij met zijn hoofd om het gevoel van zich af te schudden. Jonas begroet zijn ouders en wandelt de trap op neemt zijn portemonnee die gevuld is tot nok met geld. zijn vader trekt een wenkbrauw op als Jonas naar beneden komt met zijn jas over zijn arm:'Ik ga even een luchtje scheppen Rickie zei dat het belangrijk was'. Zijn vader knikt alsof hij denkt controle te hebben over waar zijn zoon heen gaat en kijkt terug naar zijn krant en neemt een slok koffie. Jonas wandelt naar het fietsenhok pakt zijn fiets en fiets de oprit af een kleine zucht van opluchting verandert in een korte kreet waardoor vogels verschrikt opvliegen niet gestoord door de vogels crost Jonas over het fietspad naar de dichtstbijzijnde doe het zelf handel, waar hij meteen zoekt naar aanmaakhout zoekt en lucifers. Dan gaat hij naar de drankenhandel en koopt twee flessen Bacardi. Nadien fietst hij naar het skatepark in de buurt enkele jaren geleden was hij onwetende vrienden geweest met een junkie nu kwam dat uiterst van pas, hij wandelt naar een steegje naast het skatepark klopt op de deur van een krot dat niet eens meer lijkt op een huis. De beschimmelde deur wordt op een kier getrokken aan de andere kant van de deur ziet Jonas twee ogen die diep in hun kassen liggen en een bleek gezicht dat duidelijk in dagen al geen zonlicht meer hebben gezien. ' Hey, Dan makker heb je wat spul' Jonas vraagt het zo nonchalant mogelijk hij had de zin geoefent onderweg naar het skatepark maar aan de blik van Dan is het duidelijk te zien dat het belachelijk klinkt of hij is gewoon zo high dat alles grappig klinkt. Dan opent de deur verder snuift zijn neus en kijkt Jonas scheef aan:'Ik dacht dat jij zo een dingen niet doet mietje'. Jonas kijkt naar Dan hij ziet er afschuwelijk uit zijn kleren slobberen rond zijn lijf zijn armen zijn dun.'Nou je weet wel na-' verder komt Jonas niet 'Ach maat ik grapte maar ik dacht eerlijk gezegd dat je een ander had gevonden voor spul' Dan keek naar hem, Jonas keek terug en vroeg:'Heb je nog?' Dan keek op schudde zijn hoofd en zei:'Ja dat heb ik is dat om mee te nemen of om hier te gebruiken'. Grapte hij 'Mee nemen'. Gromde Jonas. Dan draaide zich om wandelde naar een kast naast zijn deur Wat moet je hebben?'. 'Het sterkste spul dat je hebt'. Dan kijkt vragend over zijn schouder naar Jonas die knikt als bevestiging. Dan komt terug met een zakje pillen. Hij kijkt naar Jonas begint het zakje te geven bedenkt zich kijkt nog eens naar Jonas en zegt dan:'Geen domme dingen doen Jonas'. 'Nee Dan'. een zucht glipt tussen Jonas zijn lippen vandaan. Dan kijkt bezorgd' Zo erg is het dus.' Hij zegt het meer als een bedenking die hij niet luidop wilt zeggen maar toch tussen zijn lippen door glipt,Jonas knikt 'Hoeveel moet je hebben Dan'. '20 zal wel doen'. Jonas vist een briefje van 20 uit zijn portemonnee geeft het aan Dan neemt de pillen, daar staan ze dan twee jongens met een levens waar niemand nog maar een vinger voor zou afstaan. Een stille druk hangt in de lucht tot Dan begint te kuchen en Jonas zich omdraait met het excuus dat hij op tijd thuis moet zijn om te eten ook al is het nog maar vier uur maar Dan neemt het excuus al hoestend aan. Jonas fiets naar het vervallen treinstation, hijgend komt hij tot stilstand het station ziet er nog exact hetzelfde uit als toen. hij stapt af zijn fiets haalt de pillen en de flessen uit zijn fietstassen en steekt ze in zijn trui die hij aan heeft. Jonas wandelt om de hoek van het loket en klimt via het raam het platte dak op waar de restanten van hun vuur nog liggen, hij kijkt er even naar draait zich om op zijn hielen en wandelt naar de schoorsteen hij heft het dakje op legt de flessen bacardi er in en de pillen in een zakdoek gewikkelt er boven op. Hij maakt een tweede klim voor de vuur aanmaak sets. Maanden geleden hadden Lilly en Jonas de plek gevonden en enkele dagen nadien had Jonas de schoorsteen gezien als handige bewaarplek niemand klom op het dak mensen kwamen wel roken bij het oude treinstation maar na Lilly niet meer. Minder in ieder geval verbeterde Jonas zich toen hij een stel dronken jongeren voorbij zag waggelen, hun geschater galmde nog even na toen ze voorbij waren gewandelt. Voor Jonas klinkt het gelach hol en leeg zonder betekenis of in ieder geval on nuttig. Jonas keek nog even naar de vuur restanten, heel even kwam het in Jonas op om over de rand van het dak te kijken maar dat deed hij toch maar niet, omdat de verleiding om nu al te verdwijnen te groot zou zijn. Tegen de tijd dat Jonas op zijn fiets terug richting huis aan het fietsen is,is het al half vijf, hij haast zich en is om iets voor vijf thuis, zijn moeder zit in de keuken met een zak patatten naast haar en op haar schoot een pot met netjes gesneden patatten. Hij kijkt even in stilte naar haar vredige bewegingen na een tijdje schraapt hij zijn keel geschrokken kijkt zijn moeder op. Jonas zag haar glimlachen het voelde vredig maar ook alsof hij haar aan het verraden was. Tijdens het avondeten is iedereen stil het enige geluid dat door de keuken weergalmt is het tikken van bestek en zachte kuchjes om een poging te doen een gesprek te beginnen niemand wist wat te zeggen, hoe zouden we ook dacht Jonas wat zeg je nou als je weet dat je zoon zijn leven uiteen is gevallen en je hem niet kunt helpen. Uiteindelijk breekt een joelend kind dat over straat loopt de stilte, stilletjes lacht Jonas zijn moeder kijkt hem aan kijkt terug naar haar bord terug naar Jonas opent haar mond sluit haar mond en kijkt hulpeloos uit het raam. Zijn vader kijkt net iets te geinteresseerd uit het raam naar de zwerm vogels die herhaaldelijk voorbij vliegt. Jonas zelf kijkt naar zijn ouders die zich in deze situatie geen houding kunnen geven en denkt aan zijn pillen die netjes weggestopt in een zakdoek op hem liggen te wachten. Langzaam staat Jonas op met zijn bord en bestek en legt het in de vaatwasser en wandelt naar boven, eenmaal op zijn kamer toen hij gecontroleerd had dat zijn deur zeker dicht is zucht hij diep en zakt op zijn bed neer, Jonas had gedacht dat het rondfietsen vermoeiend zou zijn maar het vermoeiendste van de dag was avondeten met zijn ouders. Even ligt Jonas bewegingsloos in zijn bed naar zijn plafond te staren hij kijkt naar de kleine putjes die steeds opvallender werden des te meer hij er naar keek het was een gewoonte geworden voor Jonas die hem rust geeft en dat had hij nu vooral nodig in deze tijd waar n blik hem aan een bed kan binden. Een zucht ontsnapt aan zijn lippen. Over twee dagen zal hij eindelijk verlost zijn van alle lasten die op zijn schouders drukken. Die ochtend word Jonas wakker hij is bijna opgewekt waarom weet hij zelf niet goed misschien heeft het te doen met het feit dat hij morgen weg gaat. Jonas schrikt op uit zijn euforische staat als zijn vader tegen de deur staat te bonken' Rouwgroep is over een half uur'. Heel het goede humeur dat Jonas had opgebouwd over de laatste minuten valt in diggelen uiteen. Rouwgroep hij had er de laatste uren helemaal niet meer aan gedacht hij was het zelfs volledig vergeten, Zenuwachtig strikt Jonas zijn veters zijn handen trillen zijn nestels werken ook niet mee gefrustreerd stompt hij zijn voet tegen de grond. Vlak voor hun vertrek slungelt Jonas wonder boven wonder een mes mee. Met zijn handen tegen zijn borstkas gedrukt stapt Jonas de auto in zijn vader rijd hem naar de kerk, de parking is leeg stil zelfs het is eng maar momenteel is alles eng. Langzaam stapt Jonas uit, zijn voeten wegen als lood stapje voor stapje zet Jonas de ene voet voor de andere. Zwaar ademend komt hij de gang van de kerk binnen diep van binnen hoopt hij Lena niet te zien of horen de diep schroeiende pijn die haar aanwezigheid met zich meebrengt is ondragelijk. Nadat Jonas de deur naar de kelder heeft geopend is Jonas een beetje opgelucht omdat het nog redelijk rustig is en hij Lena niet kan zien. Langzaam wandelt hij naar een stoel en ploft er op neer aan de overkant van de kelder ziet hij Rickie die op hem afbeent, een strop vormt zich rond zijn keel. Net als Rickie zijn keel begint te schrapen spreekt Lena hem aan:'Meneer ik heb een snel vraagje als u even mee komt' Ze trekt Rickie mee kokend van woede kijkt Jonas naar Rickie en Lena hij is boos op haar omdat ze dacht dat hij hulp nodig had en dan nog wel van haar hij is boos op Rickie omdat hij bestaat hij is boos op zichzelf omdat hij nog steeds bestaat en gewoon omdat deze situatie nu hier plaats vindt. De datum verschuift naar vandaag hij is er klaar mee deze avond hoe dan ook hij moet weg zo snel mogelijk het liefst zou hij op dit moment door de grond zakken een versnelde begrafenis. Een bittere grijns verscheen op Jonas zijn gezicht, zijn humor wordt grappig en luchtiger met iedere seconde misschien heeft het iets te doen met het feit dat hij morgen gevonden zou worden op een stel treinsporen volgepompt met drugs en bacardi. Rickie schraapt zijn keel:' Jongens meisjes laat ons allen samenkomen in de kring deze ochtend en gisteren avond zijn enkele verontrustende gesprekken met mij gevoerd de mensen met wie ik toen sprak zullen anoniem blijven we zullen er wel over spreken'. Jonas kan zijn oren niet geloven, wat een verrader. Zijn vervroegde begrafenis klinkt nu dubbel zo aantrekkelijk. Rickie gaat in de kring zitten en kijkt met doordringende ogen de kring rond terwijl hij spreekt:'Dit gesprek moet en zal strikt privblijven'. Rickie's ogen bleven even hangen bij Jonas die vuurrood was van woede en schaamte. Rickie begint een uitleg over zelfmoord veel hoort Jonas er niet van omdat hij bezig is met een dodelijke staarwedstrijd te houden met Lena. Lena kijkt bezorgd naar hem alsof hij een gewonde baby is. Hij voelt zich klein door haar, toch blijf Jonas kijken naar haar hij is vastbesloten de laatste te zijn die weg kijkt, hij staart een gat in haar ziel. Lena kijkt nog een laatste keer naar Jonas en draait dan haar hoofd weg om iets te zeggen tegen haar vriendin die lachend naar hem kijkt Jonas trekt zijn wenkbrauw omhoog en ze stopt met lachen. Ricke kijkt nog eens rond de kring en kijkt iedereen een voor een indringend aan bij Jonas en Lena kijkt hij net iets te lang. Rickie kijkt af en toe naar Jonas hij is bezorgd maar met de verkeerde drijfveer. Als die jongen zelfmoord pleegt is dat slecht voor zijn rouwgroep's imago, zijn dochter had hem vertelt over het rare gevoel dat ze kreeg en nu moest hij dus in een laatste wanhopige poging proberen Jonas zichzelf niet van kant te laten maken dus begint hij aan zijn verhaal hetzelfde verhaal alleen vertelt hij meer details die hij overdreven erg maakt.Jonas kijkt naar Rickie en vraagt zich af wat een man zo ver brengt om een rouwgroep te starten. Rickie sluit zijn oh zo zielige levensverhaal af kijkt de kring rond en Jonas kon het niet helpen maar zachtjes te lachen heel dit fenomeen leek hem zo absurd. 'Heb je iets te delen met de groep' Vroeg Rickie gegerd, Jonas keek hem uitdagend aan' Heb ik dat dan Rickie of ga jij besluiten mijn zielige bestaan te delen met de groep in dat geval dank u om MIJN verhaal met ons te delen Rickie', Jonas spuugt op de grond de klodder spuug land in het midden van de kring en ligt daar maar iedereen kijkt er naar met een andere gezichtsuitdrukking. Rickie kijkt er naar met tranen in zijn ogen en Lena Lena kijkt er niet naar die kijkt naar Rickie ze kijkt bezorgd ze kijkt als een bekende, Jonas merkt het en begint puzzelstukjes bij elkaar te leggen. Hij begint een vermoeden te krijgen en hij wilt er zeker van zijn. Hij staat op en zegt:'Ik denk dat we er allemaal mee akkoord kunnen gaan dat deze sessie klaar is'. Jonas klapt in zijn handen en begint wild met zijn armen te zwaaien, Lena staat ook op maar hij staat al naast haar en duwt haar netjes terug op haar stoel en gebaart naar Rickie dat hij ook mag beschikken. Jonas wendt zich tot Lena en kijkt haar aan met zoveel afgrijzen en verlangen in zijn blik dat hij spontaan een spuug klodder haar schoenen laat verbeteren hij kijkt voldaan naar haar. 'En Lena wat heb jij gisteren wel niet te horen gekregen over mij?' Jonas vraagt het poeslief en legt op elk woord de nadruk alsof hij zich zichzelf wilt verzekeren dat hij de woorden echt heeft gezegd. Lena kijkt ontdaan naar haar schoenen en naar Jonas ze is bang zo bang ze wilt dit niet,niet nog een keer ze kan het niet. Een traan van pure wanhoop rolt over haar wang naar beneden Jonas vangt hem op met zijn vinger en veegt het zoute water over haar kaak, hij geniet ervan beseft ze elk moment is bitter zoet zoals een napoleonbol. Lena kijkt naar Jonas die boven haar hoofd hangt met een vragende blik in zijn ogen maar achter zijn ogen ziet ze de woede rond vuren, Lena bewondert zijn zelfcontrole. Jonas kantelt Lena's stoel een beetje naar achter net ver genoeg zodat hij in controle blijft over de stoel hij ziet de angst in Lena's ogen vergroten 'Wat heb je gehoord van je pappie h' Jonas vraagt het nog een keer maar dit keer niet meer zo vriendelijk.'Niks'.Fluistert Lena.'Zie je nu Lena dat geloof ik eigenlijk niet'. Jasper grinnikt Lena krimpt ineen, ze kijkt naar Jonas en Jonas staart terug door haar ziel. Lena slikt' ik weet echt niet waar je het over hebt Jonas'. 'ZWIJG,KRENG'. Jonas spuugt de woorden uit hij ontploft, Jonas duwt de stoel omver Lena valt met een schok op de grond en begint zachtjes te snikken als Jonas op haar afstapt probeert ze wanhopig weg te kruipen maar hij is te snel en zet zijn schoen op haar pols 'Waar dachten we dat we heen gaan prinses?' het enige dat Lena kan uitbrengen klinkt niet echt als iets menselijks, Jonas bukt zich voorover en trekt aan Lena's haar 'Wist je dat je op haar lijkt bitch?' Lena kijkt nu oprecht verward, maar dat kan Jonas nu is even niks schelen. Hij kijkt naar Lena ze ligt daar tranen stromen intussen over haar gezicht, Jonas lacht alleen maar 'Je tijd is gekomen schatje ben je niet blij dat je het zelf niet moet doen'. Lena kijkt Jonas aan met een blik van angst die woorden niet kunnen beschrijven, ' en weet je prinses je vader die faalde elke keer en werd toen gered door een of andere priester maar weet je jouw gaan ze niet eens kunnen redden' Een schrille lach kom uit Jonas zijn keel, Jonas buigt zijn hoofd naar achter en kijkt naar het plafond. Hij buigt zich voorover en kijkt naar Lena dat ondertussen aan het smeken is voor haar leven. Hij heft haar enkele centimeter op en gooit haar terug in de richting van de grond en wandelt naar de tafel en neemt de plastic zak waar de donuts in zitten, hij voelt in zijn broekzak en voelt het lauwe metaal van het mes dat hij vanochtend op een of andere wonderbaarlijke manier had kunnen smokkelen uit de keuken, hij haalt het mes uit zijn zak en steekt het tussen zijn tanden als Lena het mes ziet schakelt ze van smeken naar gillen voor haar leven door haar hoofdwonden geraakt ze niet snel genoeg recht en Jonas grijpt haar arm trekt haar naar zich toe en bind de plastic zak voor haar mond zodat om hulp roepen weinig tot geen zin meer heeft. ' Roep dan prinses komaan'. Hij moedigt haar en en lacht haar uit voor de wanhoop geluiden dat ze produceert. Hij schreeuwt het zelf hij danst een beetje rond haar met zijn mes in zijn handen, de adrenaline stuitert door Jonas zijn aders het mes weerkaatst het licht van de Led-lamp op het plafond het hele gebeuren voelt als een koortsdroom. Jonas haalt uit met zijn mes naar Lena's arm een rode streep verschijnt bloed welt uit de wonde, nog een haal naar haar arm meer bloed meer rood zwaar ademend kijkt Jonas naar Lena die kronkelend op de grond ligt te schreeuwen. Hij lacht en krijgt een gevoel in zijn borstkas dat hij nog nooit eerder heeft gevoeld, hij trekt aan Lena's haar en snijdt het weg met zijn mes lokken haar vliegen alle kanten op. Hij lacht en haalt met zijn mes uit naar haar wang een diepe lange snee verschijnt op Lena's kaak op haar beurt schreeuwt ze nog harder haar handen voelen haar bloed uit haar wang vloeien hysterisch probeert ze zichzelf weg te wensen elke stap die ze die ochtend had gezet probeer ze wanhopig ongedaan te maken snikkend en overstromend van pijn en doodsangst wanhoop ligt ze daar te kijken naar de diep blauwe ogen die niet meer bewoond zijn het zijn gewoon dode ogen in een gezicht dat getekend is door woede en haat en een vleug genot ziet Lena tot haar grote afkeur. Jonas kijkt naar zijn creatie en vind dat er iets mist, het metalen lemmet flits door de lucht enkele bloeddruppels belanden op zijn gezicht. Het lemmet van het mes schroeit een rode lijn waar bloed uit begint te sijpelen Lena's gezicht begint rood te kleuren terwijl ze met elke vezel van haar lichaam probeert terug te vechten, Jonas neemt een stap achteruit en kijkt naar haar de kamer draait hij houd het mes op ooghoogte het hangt vol met bloed maar niet zoals in de films waar het bloed het hele mes bedekt dit is meer als vlekken. Jonas zijn diepste dierlijke instincten nemen het over en hij begint gewelddadig te snijden en steken hij plaatst zijn knie op Lena's buik steekt haar overal waar hij in zijn blinde woede kan zien toch mist hij maar hij blijft steken en snijden tot het schreeuwen ophoud maar hij stopt niet zelfs als het kronkelen gedaan is gaat hij nog door. Lena is al enkele minuten dood voor dat Jonas uitgeput naast haar gaat zitten haar ogen staan wijd opengesperd van angst de plastic zak die Jonas rond haar mond heeft gebonden is bijna volledig doorgebeten en doordrenkt met speeksel, Jonas kijkt naar het mes dat hij vast heeft in zijn bevende hand en voelt zichzelf volledig alsof moorden het gapende gat volledig gevuld heeft, hij zit daar de kamer begint steeds minder hard te draaien en het euforische gevoel van volledigheid word overmeestert door een leeg gevoel een gevoel dat knaagt en eet,niets voelt nog juist in Jonas zijn hoofd, het is allemaal fout met het mes in zijn handen begint hij wild over de vloer te rollen het mes glijd uit zijn handen door al het bloed hij blijft rollen en spartelen alsof hij bezeten is. Hijgend rolt Jonas zich op in een bolletje de stilte is overweldigend het is leeg alles is leeg, de adrenaline die hem staande had weten te houden begint op te lossen in zijn aders en wordt vervangen door een zekere koude in zijn botten een warmte vormt rond zijn botten het voelt vreemd hij heeft het koud in zijn botten maar snikheet in de rest van zijn lichaam, nog steeds alsof in een koortsdroom staat Jonas op zoekt verward naar zijn mes het enige voorwerp dat er voor zorgt dat hij zijn grip op de werkelijkheid niet verliest. Hij veegt het mes aan zijn broek en trekt vervolgens een net lijntje over zijn pols het doet verschrikkelijk veel pijn, maar als hij zijn eigen bloed ziet opwellen is het het allemaal waard. Versuft staat hij recht met als enige doel het treinstation. Met het mes stevig in zjin handen geklemt wandelt hij naar de trap vlak voor hij de deur opent om de hal in te gaan beseft Jonas dat die deur de weg is naar een eeuwige miserie. Hij draait zich om en kijkt,van bovenaan de trap naar de kelder. Hij.zit.vast. Bijna wanhopig kijkt Jonas nog eens de kelder rond terwijl hij de trap af slentert, als hij nog steeds geen uitweg ziet begint hij iets zwaarder te ademenen, boos op zichzelf omdat hij zo impulsief was trapt hij met zijn schoen tegen Lena's lijk dat in een kring van bloed en haar ligt het is allemaal haar fout. Uit woede begint hij aan de banken te sleuren met veel gepiep en wolken stof verplaatst hij de banken achter de banken zijn zwarte muren en plastic. Plastic dat iets verbergt. Een raam. Een schrille bulderlach komt uit Jonas zijn keel hij buigt zijn rug naar achter en spreidt zijn armen als een vrije vogel, het zal er vast beangstigend uit hebben gezien maar voor Jonas is het alsof hij zijn ziel voor het eerst de zon laat proeven. Jonas trekt het plastic weg en ziet een raam, snel trekt hij zijn trui uit en wikkelt die rond zijn vuist zoals hij duizenden mensen in duizenden films voordien al had zien doen en na een diepe teug lucht die zijn longen vullen mikt Jonas op een hoek van het glas. Het glas breekt in miljoenen schreven het vliegt overal in zijn haar en over zijn arm. het raam is net groot genoeg om door te kruipen Jonas schuift haastig een bank onder het raam en glipt als een slang door het raam met zijn mes tussen zijn tanden brandende strepen trekken zich over zijn buik de resten van het glas sneden zijn huid open, wat maakte het nu nog uit. Op een huppel drafje gaat Jonas in de richting van het vervallen treinstation, vrijheid hij ruikt het, hij voelt het hij is het. Nog steeds voorzichtig wandelt Jonas over het voetpad ondertussen is hij de straat van het treinstation ingeslagen steeds sneller loopt hij naar het gebouw waar hij eindelijk verlost zal zijn van de kettingen die zich rond zijn nek spannen. Buiten adem komt Jonas tot stilstand voor het verlaten gebouw zonder enige pauze klimt hij het gebouw op en wandelt naar de schoorsteen, gelukkig heeft hij vuurkits gekocht anders was hij nooit op tijd klaar geraakt zonder enige moeite start Jonas een vuur. Eenmaal dat hij zit voelt hij de leegte nadat hij Lena een plezier had gedaan knagen aan de randjes van zijn wezen. Hij opent een fles bacardi en drinkt ervan alsof het water is tot het brandende gevoel hem bijna laat overgeven, eenmaal zijn hoestbui over is opent Jonas met trillende handen de zakdoek zes pillen staren hem aan, de laatste twijfels smelten weg nadat Jonas drie pillen op zijn tong legt het voelt spannend nieuw. Met nog een slok bacardi zijn de pillen weg. Het mes dat Jonas naast hem heeft gelegd glinstert in het zonlicht hij pakt het langzaam op steekt hij het mes in het vuur hij houd het daar tot het begint te gloeien zoals de zonsopkomst, alsof in een tragische film scene brengt Jonas het roodgloeiende lemmet steeds dichter tegen zijn arm tot hij de warmte voelt en hij in een haal zijn pols open snijdt hij volgt zijn slagader omhoog helemaal tot zijn elleboog het doet zoveel pijn. Dat hij het uitschreeuwt het warme mes schroeid en rijt zijn vlees open de geur van bloed en verbrand vlees komen in de lucht samen tranen stromen over Jonas zijn kaken, bloed gutst uit zijn arm. Vastbesloten om zijn andere arm ook toe te takelen gooit hij een slok bacardi achterover en neemt het gloeien de mes in zijn open gerijte arm zijn hand beeft de pijn die hij voelt als hij zijn vingers probeert te bewegen is onmenselijk maar toch trekt hij een ruwe lijn van zijn pols tot zijn elleboog bloed gutst uit zijn armen, bloed en tranen mengen zich op het dak het vuur knettert voort alsof het een gezellige familie bbq is in plaats van een tragisch einde. Vastberaden beneden te geraken staat Jonas op. Duizelig door de vermoeidheid en de liter bloed dat hij ondertussen zeker al verloren heeft wankelt Jonas even maar hij weet zijn evenwicht te bewaren door zijn benen wijd uit elkaar te zetten eenmaal Jonas gewend is aan het draaien en de barstende hoofdpijn draait Jonas zich weg van het vuur zet enkele zwaaiende stappen slaakt een schrille schreeuw en struikelt dan over de rand tijdens Jonas zijn val kijkt hij naar de zon die bleekjes aan de hemel staat een gevoel van genoegen en verdriet vult hem hij is blij omdat hij nooit meer zal te hoeven bestaan maar intens verdrietig dat hij nooit meer de zon op zijn gezicht zal voelen. Met een doffe dreun valt het warme lijk van Jonas op de grond, zijn laatste bloed sijpelt uit zijn lijf alsof het niets te maken wilt hebben met hem. Samen met zijn vrouw zit Jan op de zetel naar een of andere documentaire te kijken, Jan let niet echt op hij is bezorgd over zijn zoon. In het midden van de documentaire tijdens de uitleg over hoe een zeehond zijn eten verteert springt er een ander scherm op een blonde vrouw die achter een moderne bureau zit neemt een slok van haar koffie en verontschuldigt zich voor het storen en verzekert de kijker dat ze over enkele minuten terug kunnen kijken. Een foto van een vaag bekende kerk verschijnt achter de vrouw Jan zijn adem stokt.'Enkele minuten geleden ontdekte een politiepatrouille een meisje dat snel geentificeerd werd als Lena Kuyers een ambulance werd gebeld tot poging haar te reanimeren maar helaas kwamen waren te laat de politie heeft ondertussen al vastgesteld dat Lena vermoord is en adviseert iedereen zijn ramen en deuren op slot te doen, zodra we meer weten melden we het u'. Jan zijn adem blijft haken in zijn keel hij grijpt naar de hand van zijn vrouw hun ogen kruisen met elkaar 'Jonas'. De angst en wanhoop die Jan voelt stromen door zijn lijf maakt hem licht en zweverig in het hoofd maar toch ook weer zo zwaar zijn benen tintelen zijn adem bestaat niet meer. Trager dan een schildpad staat Jan recht en stommelt naar de telefoon duizenden alarmbellen gaan af in zijn hoofd een stem schreeuwt:'Zie je wel je hebt je zoon vermoordt hij is dood waarschijnlijk door die moordenaar'. Net als Jan de telefoon wilt opnemen om de nummer te draaien van de rouwgroep gaat de telefoon, verdwaasd kijkt Jan naar de telefoon alsof hij die nog nooit heeft gezien. De telefoon blijft overgaan. Op een wonderbaarlijke manier schrikt Jan uit zijn trance en neemt de telefoon op. Aan de andere kant van de lijn heerst er pure chaos. Mensen schreeuwen naar elkaar het geluid van piepende banden overstemd het geluid van loeiende sirenes, een man aan de andere kant van de lijn begint te schreeuwen :' Meneer u heeft het misschien al op het nieuws gezien ik weet niet hoe ik het over de telefoon moet zeggen dus komt u zo snel mogelijk naar het politiekantoor.' Voor Jan adem kan halen slaat de man de lijn dicht en verdwijnt de chaos even snel als die gekomen was.Iets vertelt Jan dat die chaos niets is vergeleken met wat er nog zou komen. Hij kijkt naar zijn vrouw die vragend naar hem kijkt vanuit de zetel.'We moeten naar het politiebureau'. Jan zei het op zo een verslagen manier alsof hij stiekem wist wat er ging gebeuren dat was niet zo maar hij had wel een vermoeden van de woordenschat die hen tegemoet zou komen op het politiebureau. Hij doet zijn jas aan en samen met zijn vrouw rijden ze in stilte naar het politiebureau beide met hun gedachten in de knoop en geen van beide in staat te spreken. als ze aankomen bij het politiebureau lijkt het meer op een auto bijeenkomst, het bureau is overbevolkt mensen in gedachten verzonken stormen voorbij telefoons gaan in een kakofonie van geluid over mensen schreeuwen naar elkaar koffie en sigaretten zwalmen de neuzen binnen van Jan en zijn vrouw, ze staan daar in het midden van het hele gebeuren als twee bangen onwetende schapen. Een man ziet hen staan en gebaart dat ze naar hem moeten komen, niet meer zeker hoe ze moeten wandelen schuifelen ze langs bureau's en mensen springen ze over een omgevallen papierstapel en eindelijk staan ze dan voor de man die hen nodig heeft hij is niet speciaal zelfs heel gewoon voor een politie agent hij heeft een sigaret in zijn mondhoek een stoppelbaardje is niet uitzonderlijk gespierd maar is waarschijnlijk toch wel een goede aanwinst qua sterkte, zijn haar ligt in pieken op zijn schedel, diepe groeven snijden over zijn voorhoofd het is duidelijk niet zijn beste dag. Jan kijkt naar hem.'Ik heb jullie hier laten komen-'Julien waar moet dat bewijs naar toe' van de andere kant van de kamer schreeuwt een man naar Julien. Nadat Julien heeft teruggeroepen wendt hij zich terug tot Jan en zijn vrouw.'sorry daarvoor, dus waar was ik gebleven, uw zoon wordt vermist en is in verband gebracht met enkele zware feiten' De ogen van Jan verwijden zich zijn omgeving wordt wazig. Marlies zakt door haar knieen haar man probeert haar recht te houden maar dat lukt niet als een blok beton zakt ze naar de grond, voor ze daar echter ligt heeft Julien al een stoel klaar gezet om haar op te vangen verdwaasd kijken ze beide naar de man die zonet hun zoon heeft beschuldigt van moord. Julien kijkt en hen beide aan en besluit dat hij dit beter ergens prive verder kan zetten langzaam maar zeker begeleid hij het verbouwereerde koppel naar een verhoorkamer iets beter hebben ze op dit moment niet. Om het gesprek zo onvijandelijk over te laten komen zet hij zijn stoel scheef naar hen en laat een kop koffie brengen door een voorbij wandelende agent. Hij kijkt naar de ouders die daar samen naast elkaar zitten voor zich uit te staren hij weet dat dit gesprek erg voorzichtig moet worden aangepakt anders klappen de ouders dicht en hebben ze weinig tot niets om hun zaak verder op uit te bouwen. Hij buigt zich lichtjes naar voren en vraagt:'Meneer mevrouw ik weet dat dit moeilijk is maar op dit moment is het enige dat we willen dat uw zoon veilig gevonden wordt'. Marlies kijkt bitter naar de man en lachte sarcastisch. Jan kijkt eerder verbaast 'Hoe kunt u nu mijn zoon beschuldigen van iets als u niet eens weet waar hij is?' Julien begint zich terug krassen maar het is al te laat Jan staat op en sleept zijn vrouw zowat mee de deur uit terwijl hij een tirade aan scheldwoorden door de kamer laat weergalmen. Net als Julien de ouders wilt achtervolgen krijgt hij telefoon, snel giet hij zijn laatste koffie naar binnen zwiert zijn jas over zijn schouder en stormt het bureau uit. Met piepende remmen rijd hij naar het verlaten treinstation, eenmaal hij daar aan is gekomen is er al een menigte politie agenten bezig met de plaats delict af te schermen foto's te nemen bewijs in zakjes te steken om naar het forensisch team te sturen voor onderzoek. Enkele politieagenten komen bleek terug, maar dat ziet Julien wel vaker onbevreesd maar met een bezorgd gevoel wandelt hij door de menigte tot hij hem ziet. Daar op het spoor ligt languit gerekt met een halfdroge rode plas rond hem, zijn ogen kijken naar de lucht hij is ontspannen alsof hij blij is met zijn keuze maar iets in zijn houding lijkt terughoudend alsof hij had getwijfeld hij moest blijven vechten tot zijn ziel zijn lichaam had verlaten. De plaats delict komt hem bekend voor alsof hij hier al eerder heeft gestaan met hetzelfde uitzicht op een lijk. flitsen van een vorige zaak komen voorbij Julien herinnerde zich een jongen die ineengedoken over het lijk lag het was een jonge dame geweest. Nu lag hier diezelfde jongen dood. Met plastic handschoenen aan wandelt Julien dichter bij de jongen, hij wordt onderbroken door een agent die iets schreeuwt als hij opkijkt ziet hij de agent bovenop het vervallen huisje staan, Julien herinnert zich de agent en de plek. Hij trekt zijn handschoenen uit en klimt het vervallen gebouwtje op. Restanten van een slecht aangelegd vuur smeulen na een driekwart lege fles bacardi een plastic zakje met drie pillen in liggen naast het vuur. Het lijkt wel alsof het slachtoffer in hoeverre mensen deze jongen als slachtoffer zouden willen bestempelen een moment uit het verleden wilde recreen. Het vuur wordt gedooft en al het mogelijke bewijs wordt in zakken gestoken en als bewijs gelabeld. Een moeilijke zaak om optelossen zou dit niet zijn maar een verklaring te krijgen van de ouders of erhaupt enige medewerking ging uiterst stroef verlopen wat vervelend was maar niet onbegrijpelijk. Julien kijkt over de rand van het dak en beeld zich in hoe de jongen zich gevoeld moest hebben in de laatste momenten van zijn leven het lukt niet hij kan het niet begrijpen, hij kan er geen vat op krijgen hoe zo een jong persoon zo diep kan zakken dat hij een moordenaar wordt om dan zelfmoord te plegen. Beneden op de grond glimde iets het leek op een mes het was nog niet opgepakt wat Julien verbaasde aangezien het onder het bloed zat, langs de andere kant worden er in deze streek wel vaker bebloede messen gevonden en toch had het een cruciale fout geweest als het mes niet meegenomen was gelukkig is de fout niet gemaakt en aangezien dit een lang onderzoek gaat zijn besluit Julien er niets over te zeggen. Hij steekt het mes in een plastic zak en laat het mee met het (potentie) bewijs naar het labo gebracht worden. Julien besluit dat hij geen hulp meer kan bieden op de plaats delict en rijd terug naar het station zonder veel vreugde wandelt hij binnen, de ouders van Jonas die ondertussen is geentificeerd door een foto dat gevonden werd in de zaak die Julien al had gelinkt met deze. Nu moest hij deze ouders vertellen dat hun zoon verdwenen was en nooit meer terug zou komen dat ze hun zoon niet zouden mogen zien tot hij helemaal onderzocht was. Dat hij verdacht werd van moord en als laatste druppel dat hun zoon de gruwelijkste moord in heel zijn carrie had gepleegd maar dat laatste vertelde Julien er maar niet bij. Hij zag de ouders met elk woord dat over zijn lippen rolde steeds meer in elkaar krimpen hun handen aan elkaar vastklampend wanhopig op zoek naar een korreltje hoop maar dat korreltje werd kleiner dan een atoom. De vijf stadia van dode familieleden flitsen over hun gezicht. Eerst ontkenning dan woede de ouders waren zoals alle andere ouders boos op de beschuldigingen,angst, het dipje ook wel te vergelijken met een minuut stilte en dan eindelijk acceptatie en de waterval aan vragen die daar bij hoorde. Het was niet officieel dat er vijf stadia bestonden maar in heel Julien zijn carrie had hij deze stadia al kunnen toepassen op 99% van zijn zaken die hij had helpen oplossen de enige uitzondering waren de gevallen waar er geen nabije familie was of vrienden. De ouders zaten op de stoelen die Julien had klaargezet voor hen ze hadden glazige ogen hun handen trilde lichtjes overal zaten ze er redelijk goed bij waarschijnlijk was dit zo omdat ze de laatste maanden alleen maar verlies hadden gekend en onbeantwoorde hoop. Julien neemt even een rookpauze buiten en laat de ouders van Jonas even bekomen, dat zou hij zelf ook nodig hebben gehad dat had hij ook nodig gehad maar hij had het niet gekregen met zijn dochter. Een traan glijdt langs zijn kaak naar beneden, sneller dan de traan verschenen was is die al verdwenen na nog een agressieve trek van zijn sigaret wandelt hij terug naar binnen en zet enkele koppen koffie voor het gezelschap van drie.Hij neemt een vragenformulier een kaft en een extra blok papier en ergens weet hij ook nog een doos zakdoeken mee te nemen. Langzaam maar zeker beginnen de spieren van de ouders te ontspannen, nu komt het moeilijkste gedeelte, Julien moet een motief bepalen en vaak helpt het om een profiel van de dader te verkrijgen, wat voor de ouders een kruisverhoor een levende verschrikking is, wetende dat alles wat ze over hun geliefde zoon zullen zeggen gebruikt zal worden om te verklaren waarom hij doorgedraaid is. maar toch moet het gebeuren. De ruimte waar hij de ouders naar toe had begeleid is stil en niet geschikt voor dit soort gesprekken maar het is het beste dat ze hebben op dit moment heel het bureau staat op zijn kop ze hebben nog nooit zo een afschuwelijk iets mee gemaakt. Julien neemt plaats op de stoel schuift de doos met zakdoeken in de richting van de ouders en schraapt zijn keel. Hoe begint zo een gesprek elke keer opnieuw is Julien hopeloos.'gecondoleert voor uw verlies meneer en mevrouw' door die zin neemt hij zoveel mogelijk emotionele afstand en kan hij een gemakkelijkere opening vinden in het gordijn van stilte. 'Ik weet dat dit absoluut niet is waar u nu bezig mee wilt zijn daarom vraag ik u om eerlijk deze vragen te beantwoorden zodat dit gesprek op een beschaafde manier gevoerd kan worden'. De ouders van Jonas kijken een beetje verbaast de politieagent die hier voor hun neus zo kalmpjes zit dreigt zo gemakkelijk met- waar dreigde hij eigenlijk mee lijfstraffen waren al wel even verboden,met die gedachten keken ze hem aan. Julien begon zijn bevraging de vragen varieerde van 'Was uw zoon de laatste tijd opgewekter?' tot En u heeft nooit gecontroleerd waarom hij zo deed want als we hier nu eerlijk zijn was dat wel een beetje verdacht niet?' Alle vragen werden beantwoord, maar des te langer Julien bleef aandringen dat Jan en zijn vrouw iets hadden moeten weten van het feit dat hun zoon en koelbloedige moordenaar was des te gefrustreerder de ouders werden. Tot op een moment de vraag kwam of ze ooit al hadden gemerkt dat hun zoon dieren dode of martelde, met een rood hoofd en aders die kloppen tegen zijn huid duwt schiet Jan overeind zijn vrouw mee rechtrekkend. Hij begint een spetter vuur aan speeksel en scheldwoorden die niet gehoord waren maar hij giet de woorden de ruimte in alsof het niets is. stampvoetend stuift Jan de kamer uit zijn vrouw die hulpeloos in de greep van haar man hangt vliegt mee de deur uit. Dat ging lekker. Feitelijk maakt het niet uit of de ouders een verklaring over hun zoon afleggen het bewijs is doorslaggevend en een straf kan niet echt meer uitgedeelt worden. Julien wandelt de kamer uit en legt het formulier dat hij ingevuld heeft op zijn bureau. Over enkele dagen als de pers het verhaal helemaal heeft uitgemolken en het bureau al even bezig is met de volgende autodiefstallen zullen de ouders van Jonas een officie brief in de bus krijgen met de vermelding dat ze geld moeten betalen aan de familie om therapie te betalen. Natuurlijk zullen zij dit waarschijnlijk aanklagen. Met een zucht stapt Julien de buitenlucht in hij moppert tegen zichzelf. Elke moordzaak waar de moordenaar zelfmoord bij pleegt dood zoveel meer dan zijn slachtoffers de hele familie komt er nooit meer overheen nergens waar ze heen gaan zullen ze niet gelinkt worden met die ene die de gruwelijkste moord heeft gepleegd in dat ene dorp daar ze zullen voor de rest van hun miserabele leven gebogen onder schaamte verdriet woede en honderden onbeantwoorde vragen door het leven moeten gaan. Het is triest om er zo naar te kijken maar op een andere manier kan Julien er niet naar kijken, een agent komt buiten en zegt hem dat een of andere dronken jongere zijn auto in de gracht heeft gereden en dat ze ter plaatse verwacht worden. Julien stampt zijn peuk uit en zonder ooit nog lang na te denken over de gruwelijke moord na te denken wandelt hij naar de volgende plaats delict waar het verhaal zich over doet- meer levens verwoest meer verdriet meer geschreeuw. Hoe hij dit volhoud weet hij niet, maar toch doet hij het. Ergens in zijn achterhoofd hoort hij een stemmetje van een klein meisje fluisteren dat hij het voor haar doet. Een nostalgische vloed overspoeld Julien die hij zo snel mogelijk van zich afschud. Tranen vloeien over het oneffen gezicht van Rickie zijn zoon die hij voor het eerst ziet in jaren zit naast hem voor uit te staren in het niets hij weet niet of dat door het verdriet komt de drugs of beide, Rickie hoopt in ieder geval dat Dan ooit sober genoeg geraakt om deze leegte te voelen, het is niet echt iets dat je hoopt voor je zoon maar Rickie en Dan hebben samen lang geleden besloten dat een vader zoon relatie er niet echt in zat voor hen zo waren ze dan ook verder gegaan. Nu zaten ze daar in een klein zielig dinertje beide hadden pannenkoeken gekregen geen van beide had de moeite gedaan om ook maar te doen alsof ze die ooit gingen opeten onaangeroerde koffie stond te dampen voor Rickie zijn neus. Dan leek op opgejaagd wilt maar dat was waarschijnlijk omdat hij de afgelopen 7 uur geen enkele drug in zijn lijf had gepompt en het was te zien Rickie was niet trots nog teleurgesteld in zijn zoon het ging nu allemaal om Lena of toch dat moest eigenlijk. Te verdooft om iets te doen zaten ze daar "zoon en vader" het leek net een reie, door die gedachte verscheen er een glimps van een glimlach op Rickie's gezicht. 'Weet je Le- verder geraakte hij niet de dominerende pijn golf gonst door zijn hele lijf nu weet hij wat Jonas gevoeld moest hebben. woede golft mee over de zee van emoties als hij denkt aan die jongen. Ze zitten daar uren bewegingsloos Dan niet die werd met de seconde zieker en opgehitst tot hij het niet meer uit kon houden en hij de wc's binnen liep om god alleen weet wat te doen, het kon Rickie niets schelen helemaal niets voor zijn part pleegt Dan zelfmoord in die wc misschien zou hij dat zelf ook wel doen al was het niet echt zoals de bijbel voorschreef maar de bijbel schreef ook niet voor dat je zomaar in het wilde weg kon beginnen hakken met een mes en toch was dat gebeurt dus dacht Rickie kon hij evengoed opgeven en gewoon wachten, wachten tot alles eindelijk stopte met zo luid te zijn de druk in zijn borstkas maar ook de andere mensen in het restaurant met hun bestek en glazen. Rickie stond op verbaast door zijn actie besloot hij zijn lichaam de leiding te geven en te kijken wat er zou gebeuren. Met lompe stappen naderde hij de deur van de wc daar zag hij zijn zoon een lijntje snuiven zo snel dat het duidelijk was dat niet de eerste keer was dat hij die handeling uitvoerde het kon Rickie niet veel schelen er lag nog een lijntje. Hij schoof Dan aan de kant en snoof het op hij had dit duidelijk nog niet vaak gedaan maar wat maakt het uit niets. Maanden later werden Rickie en zijn zoon eindelijk uit het ziekenhuis ontslagen beide waren ze gevonden in de wc met hoge waardes kalmeringsmiddelen in hun bloed na een week in coma kwam Rickie bij zijn zoon was een dag eerder wakker geworden samen kregen ze therapie en werden ze bezig gehouden met allerlei zaken zoals houtbewerken boetseren alles wat hen creatief deed denken was goed volgens de dokters. Iedere dag kwam er iemand langs om te kijken hoe het er aan toe ging met hen Dan en Rickie waren zo uitgeput dat ze hadden besloten hun haat voor elkaar even aan de kant te schuiven en onder een dak te leven gemakkelijk ging het niet maar niets was gemakkelijk over alles moest nagedacht worden' is het onze energie eigenlijk wel waard' Rickie had die vraag vaak aan zichzelf gesteld de afgelopen weken. Zelfs ademen leek een verspilling van energie maar ze deden het toch want het moest, van wie dat moest je niet vragen waarom al helemaal niet maar ze deden het elke dag ademde ze in en uit. Daar bestond hun leven uit uitademing op hetzelfde ritme in en uit, het gaf rust zo af en toe. Niet genoeg, niets gaf voldoening. Het leek wel alsof hun leven ten einde was gelopen en ze te moe waren om effectief op te staan net zoals 's ochtends als je wekker afgaat en je liever naar het verschrikkelijke geluid luistert dan opstaat en energie verspilt aan ademen bewegen denken voelen en al die andere over vermoeiende dingen. Ademen dat was al moeilijk genoeg, voor de buitenwereld leken zo op twee serre planten die geen bijdrage leverde aan het ecosysteem en dus alleen maar plaats en water afnamen van andere planten met effectief potentie. En toch mochten ze blijven ademen en energie uit hun lijf blazen want je wist maar nooit op een dag misschien ooit was er een kans dat, ze een leven zouden leiden. Einde 32 |