Modern Dutch poem |
Hallo aan allen die jou nog gaan lezen Samen met jou vertel ik wat ging gebeuren. Want er is geen mogelijkheid meer om anderen te ontmoeten Want toen ik aan de beurt kwam, kon niemand mij troosten. Met vriendelijkheid de dood is gekomen en heeft de registratie boek meegenomen. Hij veegde mijn naam van de boek en zei dat ik moest mee. Ik zei dat ik er nog niet klaar ben om mee te gaan. Met een glimlach zei hij, je tijd is op we moeten naar boven. wat je tot nu toe hebt op deze blad van je leven geschreven is genoeg, Je tijd is op en lever je blad in en als het gelezen wordt krijg je een cijfer voor. Ik zei, kijk naar mijn moeder die is erg ongerust en ze kan mijn dood nog niet verdragen. Mijn zusje roept mijn naam en tranen van mijn vader naar benden vallen. Er is nog een helft van mij drankje over gebleven en misschien deze drankje of een andere medicijn krijg ik morgen en wonderen vinden plaats en ik beter word. Zand erover, want ik heb de realiteit vergeten. Ik dacht dat mijn tijd niet zo snel zou komen. Ik heb nog geen vergeving gevraagd. Ik dacht dat ik zoals andere keer weer snel herstellen. Ik heb nog schulden openstaan, Verzoeningen zijn er die ik nog moeten vragen. Kan je mij paar dagen tijd geven? Hij zei tegen de mens: Dit niet meer mogelijk is en als het zo was, de volgende keer als ik kom dan zal je schulden groter zijn. Ik wacht op je laatste adem. mijn geest pakte zijn tas en kuste mij op mij wang en liet hij mijn koude lichaam achter. Mijn ogen bleven naar de muur staren. Mijn hand geleide van bed af. Mijn hart klopte langzamer. Mijn adem ging en niet meer terug keerde. Een arts kwam met een licht in hand, keek hij in mijn ogen en gaaf de woord aan mijn geliefden door. Wat een herrie uitbraak toen in mijn kamer. Mijn zusje deed de ramen dicht zodat ik niet verkouden word. Mijn moeder bij mijn bed op haar knieƫn ging en hielde ze mijn hoofd tegen haar borst vast. Ze deed mijn ogen dicht en zei: slaap rustig nu mijn kleintje in je moeders armen. Net als vroeger toen ze mij naar bed zingend bracht. Ze bracht me weer naar bed maar dit keer niet zingend. Mijn vader drukte mijn hand en zei met veel verdrietig gedag. Mijn zusje huilend pakte mijn spullen in. Mijn broer kwam binnen, maar was laat. Schreeuwde hij word wakker, waarom slaap je nu. Had mijn moeder maar mijn ogen niet dicht gemaakt dan had ik hem nog een keer gezien. Wat fijn is het om tussen je geliefde dood kan gaan. |